Hoog tijd voor uw jaarlijks actieplan!
De deadline voor het indienen van uw jaarlijks actieplan (JAP) nadert!
Als het dienstjaar in uw onderneming samenvalt met het kalenderjaar, moet het voorstel voor het JAP ten laatste op 31 oktober 2018 ter advies voorgelegd worden aan het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk (CPBW).
Indien er bij u geen CPBW is, gaat u hiermee naar de vakbondsafvaardiging. Is die er ook niet, dan gaat u rechtstreeks naar uw werknemers voor raadpleging.
Dit kadert in uw verantwoordelijkheid als werkgever voor het welzijnsbeleid en dus de wettelijke verplichtingen die u heeft m.b.t. veiligheid, gezondheid en welzijn op het werk.
Hiervoor gebruikt u het ‘dynamisch risicobeheersingssysteem’.Eerst maakt u een risicoanalyse. Dit zowel op het niveau van de werknemers, de functies en de onderneming in haar geheel. Op basis hiervan kunnen preventiemaatregelen genomen worden om deze risico’s te voorkomen of hun eventuele schade te beperken. De resultaten van het dynamisch risicobeheersingssysteem geven vorm aan uw globaal vijfjaarlijks preventieplan. Hierin staat ook wat de doelstellingen van uw beleid zijn en met welke acties of middelen u die wilt bereiken alsook hoe die geëvalueerd zullen worden.
Het JAP kunt u zien als de jaarlijkse uitvoering van uw globaal preventieplan.
Wat hier zeker moet instaan zijn:
– de prioritaire doelstellingen m.b.t. welzijn op het werk voor het komende dienstjaar
– de middelen en methoden om die doelstellingen te bereiken
– de opdrachten, verplichtingen en middelen van alle betrokken personen
– de aanpassingen die moeten gebeuren in het globaal preventieplan o.b.v. gewijzigde omstandigheden (vb. ongevallen die gebeurd zijn, adviezen van CPBW en/of interne dienst, …)
Tips bij de opmaak van het jaarlijks actieplan
- maak uw JAP niet onnodig ingewikkeld.
- hou het praktisch en realistisch met het oog op de aard van uw onderneming.
- zorg dat het JAP aangepast is aan de noden van het eigen bedrijf. Het is niet zinvol om een standaard-JAP over te nemen van ergens anders. Binnen elk bedrijf zijn de aard van de uitgeoefende activiteiten, het aantal werknemers en de specifieke risico-omstandigheden immers anders.
- hou het JAP realistisch. Het is beter om een minder groot plan te ontwerpen met degelijke en concrete maatregelen, dan een ambitieus plan dat op termijn niet te realiseren valt.
- let erop dat de methodes, opdrachten, verplichtingen en middelen steeds duidelijk geformuleerd zijn voor alle betrokken partijen.
- volg de uitvoering van het JAP ook regelmatig op en ga regelmatig eens overleggen met de interne preventieadviseur over de stand van zaken. Indien de uitvoering niet correct verloopt of een achterstand heeft, kun je dit aankaarten op het CPBW.
- U kan ook altijd raad vragen aan het CPBW of uw preventieadviseur.
Hoe verloopt de procedure van het jaarlijks actieplan verder?
- Tussen 1 november en 31 december
Het Jaarlijks Actieplan wordt besproken in het CPBW da ter een advies over uitbrengt. Indien je niet uit de discussie raakt, is het belangrijk dat je een extra buitengewone vergadering laat samenkomen en het niet laat aanslepen. Hiervoor kan meer dan één vergadering vereist zijn (op verzoek van minstens één derde van de werknemersvertegenwoordigers).
- Vanaf 1 januari
Het Jaarlijks Actieplan treedt sowieso op 1 januari in werking. Het Jaarlijks Actieplan wordt door de preventieadviseur uitgehangen. Elke maand moet het maandverslag van de preventieadviseur vermelden hoever het met de toepassing van het Jaarlijks Actieplan staat en wat er nog gebeuren moet om het welzijn van de werknemers te bevorderen moet de werkgever de volgende preventiebeginselen in acht nemen:
1. risico’s voorkomen;
2. een evaluatie maken van risico’s die niet kunnen worden voorkomen;
3. bestrijding van de risico’s bij de bron;
4. wat gevaarlijk is vervangen door wat niet of minder gevaarlijk is;
5. voorrang geven aan collectieve bescherming, boven individuele bescherming;
6. aanpassing van het werk aan de mens;
7. zo veel mogelijk de risico’s inperken;
8. de risico’s op een ernstig letsel inperken door het nemen van concrete, materiële maatregelen;
9. preventie plannen;
10. werknemers inlichten over de mogelijke risico’s;
11. werknemers de passende opleiding geven.