BEREKENINGSWIJZE AANVULLENDE VERGOEDING WERKLOOSHEID
BEREKENINGSWIJZE AANVULLENDE VERGOEDING WERKLOOSHEID
Sinds 1 januari 2024 moet je jouw werknemer die je tijdelijk werkloos stelt een extra aanvullende vergoeding van 5,00 euro per dag betalen. Je kon al lezen over deze nieuwe maatregel in onze vorige nieuwsbrief.
Deze verplichting geldt voor alle vormen van tijdelijke werkloosheid, behalve (medische) overmacht. Dus ook bij tijdelijke werkloosheid wegens collectieve sluiting bijvoorbeeld. In sommige gevallen is de vergoeding ten laste van het Fonds voor Bestaanszekerheid.
Loonvoorwaarden voor toekenning.
- Verdient je werknemer maximum 4.000 euro bruto per maand? Dan zal de bijkomende aanvullende vergoeding 5 euro per dag gedekt door werkloosheidsuitkering zijn.
- Verdient je werknemer meer dan 4.000 euro bruto per maand? Dan is er voor de eerste 26 dagen tijdelijke werkloosheid van het kalenderjaargeen vergoeding verschuldigd. Vanaf de 27stedag zal de bijkomende aanvullende vergoeding eveneens 5 euro per dag gedekt door werkloosheidsuitkering zijn.
- Verdient je werknemer pas later in het jaar meer dan 4.000 euro bruto per maand? Dan worden de dagen tijdens het jaar waarvoor reeds een aanvullende vergoeding werd ontvangen, ook meegerekend voor het bepalen van de eerste 26 dagen.
Om het grensbedrag van 4.000 euro te bepalen, dien je rekening te houden met alle loonelementen waarop sociale zekerheidsbijdragen verschuldigd zijn.
De loonelementen die je toekent los van het aantal effectief gewerkte dagen, vb. eindejaarspremie, moet je niet meetellen. (bedragen met code 2 in DmfA)
Het grensbedrag wordt niet geproratiseerd voor deeltijdse werknemers.
Per dag tijdelijke werkloosheid?
Volgens de wetgeving moet je een aanvullende vergoeding betalen voor ‘iedere dag die gedekt wordt door een tijdelijke werkloosheidsuitkering’. De RVA kent tijdelijke werkloosheidsuitkeringen toe in het kader van een 6-dagenstelsel. Ook weet je als werkgever niet altijd zeker of je werknemer daadwerkelijk een uitkering ontvangt.
Vandaar is er nu een specifieke berekeningswijze:
Statuut | Formule* | Afronding |
Voltijdse werknemer (of hiermee gelijkgesteld) en deeltijdse werknemer met behoud van rechten, zonder IGU** | (P*6)/Q | < 0,25 valt weg
Tussen 0,25 en 0,75 wordt 0,50 > 0,75 afronding naar boven |
Deeltijder met behoud van rechten, met IGU | (P*6)/S | < 0,25 valt weg
Tussen 0,25 en 0,75 wordt 0,50 > 0,75 afronding naar boven |
Vrijwillig deeltijder (halve daguitkeringen***) | (P*12)/S | < 0,50 afronding naar onder
Vanaf 0,50 afronding naar boven |
*Formule: P = aantal uren tijdelijke werkloosheid in die maand
Q = aantal arbeidsuren per week
S = aantal arbeidsuren per week van een voltijder met eenzelfde functie in de onderneming
**IGU: inkomensgarantie uitkering
***aantal daguitkeringen = aantal halve daguitkeringen/2 met afronding naar boven
Voorbeeld
Voltijder – effectief 40u/week met betaalde inhaalrust (Q/S is 40/40) – 5 dagen van 8u tijdelijk werkloos
(40*6)/40 = 6 dus 6*aanvullende vergoeding van 5,00 euro (30,00 euro)
Voltijder – effectief 40u/week met onbetaalde inhaalrust (Q/S is 38/38) – 5 dagen van 8u tijdelijk werkloos
(40*6)/38 = 6,32 (afronding naar 6,5) dus 6,5*aanvullende vergoeding van 5,00 euro (32,50euro)
Sociaal-juridisch advies gewenst bij het implementeren in je payroll en strategisch HR-beleid?
Neem vrijblijvend contact op via info@puuhr.be.