WERKGEVERSTUSSENKOMST WOON-WERKVERKEER
WERKGEVERSTUSSENKOMST WOON-WERKVERKEER
Op 1 februari 2024 past de NMBS haar prijzen aan. Dit kan een effect hebben op de werkgeverstussenkomst die jij als werkgever verschuldigd bent op het woon-werkverkeer van je werknemers. De Lijn en de TEC passen hun tarieven niet aan. Het kan zijn dat jouw sector andere voorwaarden stelt dan de algemene regeling, dus het is belangrijk dit steeds na te gaan.
Woon-werkverkeer met de trein.
Vanaf 1 februari 2024 stijgen de tarieven van de NMBS met 5,9%. Als jouw sector verwijst naar een percentage van de prijs van een treinabonnement, zal jouw werkgeverstussenkomst in het woon-werkverkeer van je werknemer dus ook stijgen.
Verwijst jouw sector naar een forfaitaire tabel/tussenkomst, dan heeft de tariefstijging geen gevolg voor de werkgeverstussenkomst in het woon-werkverkeer. Je werknemer daarentegen zal wel een hogere prijs moeten betalen voor zijn abonnement.
Hanteert jouw sector een eigen regeling, met eigen tabellen, dan dien je eventuele aanpassingen steeds in de gaten te houden.
Geldt er een 3debetalersregeling in jouw sector? Dan zal jouw werkgeverstussenkomst van minstens 80% ook stijgen. De overige maximum 20% wordt door de overheid betaald, dus voor je werknemer wijzigt er niets.
Woon-werkverkeer met ander openbaar vervoer.
De Lijn en de TEC passen hun tarieven niet aan. Voor werknemers die zich verplaatsen met de bus, maar ook met tram, metro of waterbus, verandert er niets. De werkgeverstussenkomst wordt bepaald door ofwel:
- De eenheidsprijs. De werkgeverstussenkomst is 71,8% van de prijs die je werknemer effectief betaalt, maar met als maximum de werkgeversbijdrage in de prijs van de treinkaart voor een afstand van 7 km.
- De prijs in verhouding tot de afstand. De werkgeversbijdrage is gelijk aan de werkgeverstussenkomst in de prijs van de treinkaart met als maximum 75 % van de werkelijke vervoerprijs.
Zoals steeds is het wel belangrijk eventuele sectorspecifieke bepalingen te volgen.
Woon-werkverkeer met privévervoer.
Komt jouw werknemer met de eigen wagen naar het werk? En verwijst jouw sector naar de werkgeversbijdrage in een treinabonnement (forfaitaire tabel)? Dan wijzigt je werkgeversbijdrage niet.
Als jouw sector naar een percentage van de prijs van een treinabonnement verwijst, dan zal jouw werkgeverstussenkomst in het woon-werkverkeer van je werknemer dus ook stijgen.
Woon-werkverkeer met de fiets.
Over de aanpassing van de vergoeding voor verplaatsing met de fiets kon je al meer lezen in deze nieuwsbrief.
Sinds 1 januari 2024 is het bedrag dat vrijgesteld is van belastingen en RSZ-bijdragen vastgelegd op 0,35 euro per kilometer. Voor sectoren zonder cao rond fietsvergoeding, geldt sinds 1 mei 2023 de suppletieve cao nr.164. hier is het geïndexeerde bedrag 0,28 euro per kilometer (met een max. van 20 km enkele rit per dag, dus max. 40km totaal). Voor beide fietsvergoedingen geldt sinds 1 januari 2024 een maximumgrens van 2.500 euro per jaar. Het deel van de fietsvergoeding dat deze maximumgrens overschrijdt, wordt beschouwd als loon en is dus onderworpen aan belastingen en RSZ-bijdragen.
Sociaal-juridisch advies gewenst bij het implementeren in je payroll en strategisch HR-beleid?
Neem vrijblijvend contact op via info@puuhr.be.