TEWERKSTELLING BUITENLANDSE WERKNEMERS – WIJZIGING REGELGEVING
TEWERKSTELLING BUITENLANDSE WERKNEMERS – WIJZIGING REGELGEVING
Het economisch migratiebeleid – de regelgeving rond het tewerkstellen van buitenlandse werknemers in België – wordt aangepast. Een nieuw ontwerp van een besluit van de Vlaamse regering met enkele verbeterpunten rond deze regelgeving, wordt ter advies voorgelegd aan de Raad van State.
Door de voorziene wijzigingen wordt er meer ingezet op een actief migratiebeleid waarbij buitenlandse werknemers op een legale manier onze economie kunnen steunen. Europese richtlijnen over economische migratie worden opgenomen in de regelgeving en misbruik wordt vermeden.
Belangrijkste wijzigingen regelgeving.
Uitbreiding weigerings- en intrekkingsgronden voor de single permit
- Voorbeeld verplichte weigeringsgrond: werkgever blijkt over onvoldoende middelen te beschikken om de werknemer degelijk te vergoeden.
- Voorbeeld facultatieve weigeringsgrond: startende ondernemingen die nog geen 3 jaren actief zijn in België en een moeilijke opstartfase doormaken “kunnen” een negatief advies bekomen bij hun aanvraag tot een vergunning.
Uitbreiding flexi-jobs
Een buitenlandse werknemer die in het bezit is van een gecombineerde vergunning voor tewerkstelling bij een bepaalde werkgever, mag een flexi-job uitoefenen bij een andere werkgever zonder dat deze tweede werkgever een vergunning moet aanvragen.
Bijkomende voorwaarden zijn:
- 4/5de tewerkstelling bij eerste werkgever in 3de kwartaal voorafgaand aan de flexi-job
- 80% tewerkstelling bij de eerste werkgever moet volgehouden worden, flexi-job moet bijkomstig zijn en blijven
Opgelet: regeling geldt niet voor arbeidsmigranten met een arbeidskaart B
Strengere (cumulatieve) voorwaarden voor categorie ‘overige’
Met categorie ‘overige’ wordt bedoeld: niet behorende tot een specifieke categorie, (vb. hoogopgeleide, …) maar de werkgever vindt geen gepaste kandidaat op de lokale arbeidsmarkt.
De ontvankelijkheidsvoorwaarden zijn:
- Minimale scholing: ongeschoolden worden niet meer toegelaten
- Als de functie niet staat opgenomen in de knelpuntberoepenlijst van de VDAB, bestaat het vermoeden dat er voldoende arbeidskrachten te vinden zijn op de lokale arbeidsmarkt.
- De vacature moet minimum 9 weken aaneensluitend geplaatst zijn op de platformen van de VDAB en EURES in de periode van 4 maanden onmiddellijk voorafgaand aan de aanvraag tot een arbeidsvergunning (vroeger was dat 6 weken).
- De werkgever moet verzocht hebben tot een actieve bemiddeling bij de VDAB (zowel de werkgever als de VDAB zoeken actief naar kandidaten).
Minimumtewerkstellingsgraad van 80%
Om de combinatie van deeltijds werk en zwartwerk te voorkomen, moet een buitenlandse werknemer minstens 80% tewerkgesteld worden. Dit is specifiek het geval voor de categorieën ‘overige’ en ‘knelpuntberoepen’.
Bijkomend worden er ook nieuwe regels vastgelegd rond de doorlooptijden (na te komen door de Dienst Economische Migratie) en komen er extra administratieve verplichtingen voor de aanvrager.
De knelpuntberoepenlijst moet actiever bijgewerkt worden (uiterlijk om de 2 jaar) en het vereiste loon voor het bekomen van de Europese blauwe kaart wordt verhoogd tot 130% van het gemiddeld bruto jaarloon in België (in 2024 vastgesteld op 55.958 euro bruto/jaar).
Heb je nog vragen rond internationale tewerkstelling? puuhr helpt je graag. Neem vrijblijvend contact op met kris@puuhr.be
Sociaal-juridisch advies gewenst bij het implementeren in je payroll en strategisch HR-beleid?
Neem vrijblijvend contact op via info@puuhr.be.