Tijd voor een 3de werknemersstatuut?
Tijd voor een 3de werknemersstatuut?
Ofwel ben je zelfstandige, ofwel werknemer. Zo wordt het sinds jaar en dag opgedeeld, maar is dit nog compatibel met de huidige arbeidsmarkt? Wordt het tijd voor een 3de statuut, tussen dat van zelfstandige en werknemer in? De discussie leeft al langer en er gaan stemmen op om ons arbeidsrecht aan te passen.
Werknemers vandaag willen meer autonomie. Een vaste werkplek met vaste uren is niet langer vanzelfsprekend. Denk maar aan de flexi-jobbers, gelegenheidsarbeiders, freelancers, home office… Hierdoor kan het nut of de noodzaak van het werkgeversgezag, dat overigens dateert uit de 19de eeuw, in vraag gesteld worden.
Met een 3de, meer autonoom statuut zou een werknemer zelf zijn werk en werktijd kunnen indelen. In het contract met de werkgever kan een exclusiviteitsbeding opgenomen worden, waar ineens het onderscheid met een zelfstandige gemaakt wordt. Aanleunend bij het huidige werknemersstatuut kan het recht op een minimumloon, vakantierecht- en geld,… opgenomen worden. Zo zou voldoende bescherming (voor beide partijen) en een minimum aan rechten binnen dit statuut een weg kunnen zijn naar een meer flexibele, gemoderniseerde arbeidsmarkt.
Inspiratie voor de invulling van dit 3de statuut hoeft niet ver gezocht te worden. In Nederland wordt een statuut uitgewerkt voor zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) en wil men minder vasthouden aan het vast werk om beter in deze tijdsgeest te passen. In het Verenigd Koninkrijk bestaat het ‘tussenstatuut’ van de ‘worker’ al.
Uit verschillende peilingen blijkt dat vele ondernemers te vinden zijn voor dit 3de statuut. De sociale partners zijn hier voorlopig minder happig op. Benieuwd wat de toekomst brengt! puuhr volgt het voor u op.