Mobiliteitsvergoeding of ‘cash for car’ – nieuwigheden
In het voorjaar van 2018 kon u onze nieuwsbrief over ‘mobiliteitsvergoeding vs. mobiliteitsbudget’ lezen. Wat intussen blijkt is dat de ‘cash for car’ regeling weinig succes heeft in de praktijk.
Toch geven wij u graag mee dat er op 16 november een KB is gekomen dat nu ook voor de RSZ specifieert wat u kan of mag cumuleren wat betreft de verplaatsingsvergoeding.
Cumulregels
In regel bent u niet langer verplicht tussen te komen in de kosten van het woon-werkverkeer van uw werknemer vanaf de eerste dag van de maand waarin wordt overgeschakeld naar de mobiliteitsvergoeding.
U mag natuurlijk wel opteren om dit alsnog te doen! Weet wel dat deze kosten niet langer vrijgesteld zijn en als loon beschouwd zullen worden.
Er bestaat een uitzondering op de cumulregel. Werknemers die minstens 3 maanden voor de aanvraag van de mobiliteitsvergoeding al de (vrijgestelde) combinatie met bijv. openbaar vervoer hadden, mogen dit blijven combineren.
Nieuwigheden sinds 1 maart 2019
Het bedrag van de vergoeding is niet langer een vast bedrag dat bepaald wordt bij invoering van de regeling, maar zal kunnen stijgen (of dalen) bij verandering van de functie van uw werknemer.
De voorwaarden voor de werknemers die willen instappen werden enigszins versoepeld.
* Zo wordt het begrip ‘beschikken over’ vervangen door ‘in aanmerking komen voor’ bij de bepaling van de minimumtermijnen die recht geven op instap in het systeem. Even ter herhaling:
– In een periode van 36 maanden voorafgaand aan de aanvraag al minstens 12 maanden voor een bedrijfswagen in aanmerking komen.
– Bij de aanvraag al minstens 3 maanden ononderbroken voor een bedrijfswagen in aanmerking komen.
* Bij nieuwe aanwervingen vanaf 1 maart 2019 gelden deze minimumtermijnen niet en kan de werknemer onmiddellijk instappen als het om een functie gaat waar een bedrijfswagen bij hoort.
Bij verandering van werkgever zal bijgevolg enkel de huidige werkgever kunnen beoordelen of de werknemer in aanmerking komt voor, of mag beschikken over een bedrijfswagen. Dit betekent dat het bedrijfswagenattest dat aan een nieuwe werkgever moest bezorgd worden overbodig wordt.
De eigen bijdrage die een werknemer betaalt wordt ook in mindering gebracht van het belastbaar voordeel (bovenop het in mindering brengen van de mobiliteitsvergoeding). Dit treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 1 januari 2018.
VOORBEELD:
Cataloguswaarde € 35.000
Wagen 2 jaar oud
Brandstof diesel
CO2-uitstoot 115gr/100km
Tankkaart
Mobiliteitsvergoeding -> [(35.000×6/7)x20%]+20%= 7.200/jaar of 600/maand
Bedrijfsvoorheffing op belastbare vergoeding -> [(35.000×6/7)x4%]x50%*= 600/jaar, maar wordt op 670/jaar gebracht en resulteert in een BV van 55,83/maand**
(*volgens gemiddeld belastingtarief van 50%)
(**er geldt een minimumbedrag voor de belastbare vergoeding van 1.340/jaar)
Maandelijks extra nettoloon WN € 544,17
Kost WG € 600 bruto + solidariteitsbijdrage €47 + vennootschapsbelasting
Wat het mobiliteitsbudget betreft, werd het wetsontwerp dat in december 2018 werd ingediend op 28 februari 2019 goedgekeurd door de Kamer. Nu is het enkel nog wachten op publicatie in het Belgisch Staatsblad.
In een volgende nieuwsbrief gaan we hier verder op in.