EXTRA STUDENTENARBEID MOGELIJK IN 3DE KWARTAAL 2021

Heel wat bedrijven die mogen heropstarten nu de coronacrisis afzwakt, kunnen wel wat extra handen gebruiken. Denk bijvoorbeeld aan de horeca, pretparken, zwembaden, …

Daarom heeft de Kamercommissie op 9 juni 2021 een wetsontwerp goedgekeurd waarin staat dat de uren die studenten presteren in het 3^de kwartaal 2021, niet aangerekend zullen worden op het jaarlijks contingent van 475 uren en dit voor alle sectoren.

 

Contingent en solidariteitsbijdrage

Het jaarlijks contingent van 475 uren studentenarbeid houdt in dat er voor die uren enkel solidariteitsbijdragen verschuldigd zijn van 8,13% (5,42% werkgevers- en 2,71% werknemersbijdrage).

Wil je graag meer weten over de formaliteiten bij de tewerkstelling van studenten in jouw onderneming? Check dan onze eerdere nieuwsbrief over dit onderwerp.

In de zorgsector (en de vaccinatiecentra) werd eerder al zulke maatregel getroffen waardoor de uren die studenten presteerden in het 1^ste en 2^de kwartaal 2021 niet werden aangerekend op hun contingent.

In het 3^de kwartaal 2021 (juli-augustus-september) geldt dit voor alle sectoren.

Heeft jouw student het contingent van 475 uren al opgebruikt in het 1^ste en 2^de kwartaal 2021?

Of zijn de resterende uren van het contingent al gereserveerd voor het 4^de kwartaal 2021?

Dan kan je toch een arbeidsovereenkomst voor die student opmaken in het 3^de kwartaal met behoud van enkel de solidariteitsbijdrage (en dus niet de volledige sociale bijdragen verschuldigd zijn). Voorwaarde blijft wel dat je tijdig, dus voor de aanvang van de arbeid, de Dimona-aangifte met type ‘STU’ doet.

 

Gevolgen kinderbijslag

Studenten tot 18 jaar hebben onvoorwaardelijk recht op kinderbijslag. Vanaf 18 jaar zijn er specifieke voorwaarden per regio.

Als je student te veel werkt, kan het zijn dat deze (een deel) van het recht op kinderbijslag verliest. Om dit te vermijden hebben de regionale instellingen die de kinderbijslagen toekennen, een uitzonderingsregeling uitgewerkt voor 2020 en 2021. De gepresteerde studentenuren tijdens het 3^de kwartaal 2021 zullen niet in aangerekend worden op het totaal van

• 475 uren per jaar(in Vlaanderen en Wallonië),
• 240 uren per kwartaal (in Brussel), of
• 175 uren per kwartaal(in de Duitstalige Gemeenschap).

 

Gevolgen fiscaliteit

Voor de ouders van de student kan het extra inkomen van hun kind ten gevolge van de meer gepresteerde uren een fiscaal gevolg hebben. Opdat de student als ‘kind ten laste’ beschouwd wordt, mag diens inkomen een bepaald bedrag niet overschrijden. Ook hier wordt een uitzondering op gemaakt. De inkomsten die je student vergaart, in eender welke sector tijdens het 3^de kwartaal 2021, zullen niet meegerekend worden om te bepalen of die fiscaal al dan niet ten laste is van de ouders.

 

In de administratieve instructies op social security kan je meer lezen over deze maatregel.

Voor alle informatie over studentenarbeid kunnen jij en je student ook terecht op student@work.

 

Let op! Het is weinig waarschijnlijk dat er nog wijzigingen in het wetsontwerp komen, maar zoals steeds is het voor uitsluitsel afwachten tot publicatie in het Belgisch Staatsblad.

 

Sociaal-juridisch advies gewenst bij het implementeren in je payroll en strategisch HR-beleid?

Neem vrijblijvend contact op via info@puuhr.be.

Bekijk zeker ook eens ons opleidingsaanbod op onze website.