GLIJDENDE UURROOSTERS – SANCTIES BIJ NIET NALEVING
GLIJDENDE UURROOSTERS – SANCTIES BIJ NIET NALEVING
In onze vorige nieuwsbrief over de hervorming van het Sociaal Strafwetboek, kon je al lezen dat er voor sommige inbreuken een gewijzigde sanctie bestaat. Eén van die wijzigingen in boek 2 van het Sociaal Strafwetboek, zijn de sancties voor inbreuken met betrekking tot de glijdende uurroosters.
Glijdende uurroosters
Een regeling van glijdende uurroosters is een arbeidsregeling waarbij je werknemer zelf het begin en het einde van zijn arbeidsprestaties en zijn pauzes bepaalt, binnen bepaalde grenzen. Die grenzen worden vastgelegd binnen de stam- en glijtijden. Het systeem van glijdende uurroosters kan je invoeren via cao (collectieve arbeidsovereenkomst) of het arbeidsreglement. Hierin dien je naast het bepalen van de stam- en glijtijden, ook de referteperiode voor het naleven van de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur vast te leggen.
Stam- en glijtijden
De stamtijden zijn de periodes van verplichte aanwezigheid in de onderneming. De glijtijden zijn de periodes waarbinnen je werknemer zelf het begin en einde van zijn werkdag kan bepalen, alsook zijn pauzes. Per dag mag je werknemer maximum 9 uren per dag en 45 uren per week werken.
Referteperiode
Je werknemer moet de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur respecteren, binnen een referteperiode van 3 maanden. Binnen de cao of het arbeidsreglement, kan een andere referteperiode bepaald worden, maar die kan maximum 1 jaar zijn. Per referteperiode mag er een overdracht van 12 meer of minder gepresteerde uren zijn. Dit aantal van 12 uren kan via cao vermeerderd worden.
Loon
Er is geen overloon verschuldigd bij meerprestaties binnen het glijdend uurrooster (de grenzen moeten wel gerespecteerd worden). Je werknemer krijgt bij elke betaalperiode het gewone loon voor de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur. Heeft je werknemer op het einde van de referteperiode minder uren gepresteerd dan de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur, dan kan je als werkgever het loon dat je al betaalde inhouden op een volgende betaalperiode (vb. ook bij uitdiensttreding). Presteerde je werknemer meer uren, dan is er geen recht meer op loon of inhaalrust (behalve bij overmacht of buiten de mogelijkheid van overdracht uren).
Tijdsregistratie
Bij het toepassen van glijdende uurroosters, moet je als werkgever voorzien in een tijdsregistratiesysteem. Het is belangrijk dat je werknemer zicht heeft op diens aantal uren, om de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur te kunnen respecteren. Het tijdsregistratiesysteem moet de identiteit van je werknemer tonen, alsook de duur van zijn arbeidsprestaties per dag. Bij deeltijdse werknemers met een vast uurrooster, moeten ook de begin- en eindtijd van de pauzes vastgelegd worden. Het systeem moet die gegevens bijhouden gedurende de lopende referteperiode en moet vlot geconsulteerd kunnen worden door je werknemers alsook door de inspectiediensten. Nadien moet je deze gegevens 5 jaar bewaren. Het tijdsregistratiesysteem moet niet verplicht elektronisch zijn, al geeft dat wel praktische voordelen.
Bepaling sancties in Strafwetboek
Sinds 1 juli 2024 zijn alle bepalingen van het vernieuwde Sociaal Strafwetboek van kracht. Hier staan ook sancties in bij inbreuken op de regeling rond glijdende uurroosters, voornamelijk over het gebruik van het tijdsregistratiesysteem. Het gaat om sancties van niveau 2; administratieve geldboetes van 200 tot 2.000 euro en strafrechtelijke geldboetes van 400 tot 4.000 euro.
Bij inbreuken op de verplichte vermeldingen in het arbeidsreglement (vb. referteperiode, stam- en glijtijden) gelden sancties van niveau 1; administratieve geldboetes van 80 tot 800 euro. Bij inbreuken worden de geldboetes vermenigvuldigd met het aantal werknemers.
Sociaal-juridisch advies gewenst bij het implementeren in je payroll en strategisch HR-beleid?
Neem vrijblijvend contact op via info@puuhr.be.