AANVULLENDE VERGOEDING BIJ TIJDELIJKE WERKLOOSHEID
AANVULLENDE VERGOEDING BIJ TIJDELIJKE WERKLOOSHEID
Sinds 1 januari 2024 moet je jouw werknemer die je tijdelijk werkloos stelt, om een andere reden dan overmacht, een extra aanvullende vergoeding per dag betalen. Sinds 1 mei 2024 bedraagt deze toeslag 5,10 euro per dag.
De verplichting geldt voor alle vormen van tijdelijke werkloosheid, behalve (medische) overmacht. Dus ook bij tijdelijke werkloosheid wegens collectieve sluiting bijvoorbeeld. In sommige gevallen is de vergoeding ten laste van het Fonds voor Bestaanszekerheid.
Sinds 1 januari 2025 is de bruto loongrens voor de wijze van het toekennen van deze aanvullende vergoeding gestegen van 4.000 euro naar 4.155 euro per maand.
- Verdient je werknemer maximum 4.155 euro bruto per maand? Dan zal de bijkomende aanvullende vergoeding 5,10 euro per dag gedekt door werkloosheidsuitkering zijn.
- Verdient je werknemer meer dan 4.155 euro bruto per maand? Dan is er voor de eerste 26 dagen tijdelijke werkloosheid van het kalenderjaar geen vergoeding verschuldigd. Vanaf de 27stedag zal de bijkomende aanvullende vergoeding eveneens 5,10 euro per dag gedekt door werkloosheidsuitkering zijn.
- Verdient je werknemer pas later in het jaar meer dan 4.155 euro bruto per maand? Dan worden de dagen tijdens het jaar waarvoor reeds een aanvullende vergoeding werd ontvangen, ook meegerekend voor het bepalen van de eerste 26 dagen.
Om het grensbedrag van 4.155 euro te bepalen, dien je rekening te houden met alle loonelementen waarop sociale zekerheidsbijdragen verschuldigd zijn.
De loonelementen die je toekent los van het aantal effectief gewerkte dagen, vb. eindejaarspremie, moet je niet meetellen. (bedragen met code 2 in DmfA)
Het grensbedrag wordt niet geproratiseerd voor deeltijdse werknemers.
Sociaal-juridisch advies gewenst bij het implementeren in je payroll en strategisch HR-beleid?
Neem vrijblijvend contact op via info@puuhr.be.